Studenten zien toekomst zonnig in
Door de economische crisis loopt ook bij paardenklinieken het aanbod terug. Heeft dit invloed op de carrièrekansen van studenten diergeneeskunde? Drie aankomende dierenartsen schetsten een jaar geleden hun toekomst en nu spraken we ze weer.
De eerste keer dat we Nicole Verhaar spraken, was ze 24 en bijna klaar met haar studie. Haar idee was om eerst als eerstelijns paardenarts aan het werk te gaan, omdat ze alle disciplines leuk vindt. Orthopedie had de interesse van Willem van Kampen, die destijds nog zo’n anderhalf jaar voor de boeg had. De coschappen stonden voor de deur voor de 21-jarige Kelly Thijssen. Ze wist nog niet of ze ooit wil specialiseren. “Voortplanting en fokkerij hebben mijn belangstelling. Ik ga meelopen met de veulenbrigade van De Ungehoeve. Ik ben heel benieuwd hoe me dat bevalt, zei ze vorig jaar.
Kelly Thijssen ziet het buitenland niet zo zitten. “De toekomst is nog ver van mijn bed. Het liefst wil ik in een Nederlandse paardenpraktijk werken, maar ik besef dat ik in het begin alles moet aanpakken.” Ze heeft ondertussen haar scriptie en onderzoeksstage achter de rug. Het ging over paarden met luchtwegproblemen. “Nu ik deze paarden in de universiteitskliniek zie, vind ik dit naast voortplanting toch ook wel erg interessant. Ook voor Van Kampen was het buitenland niet de eerste keus, maar hij is nu bijna drie maanden in Australië. “Het is met nog een maand te gaan nu al meer dan de moeite waard geweest.”
Het volledige artikel is verschenen in het januarinummer van ‘Bit’.