Snavel- en veerrotziekte
Snavel- en veerrotziekte is een besmettelijke aandoening die wordt veroorzaakt door een zeer klein virus, het zogenaamde circovirus. De ziekte wordt ook wel aangeduid met de term PBFD, afkomstig van de Engelse term ‘psittacine beak and feather disease’. De acute vorm van de ziekte, waarbij geen snavel- en veerafwijkingen worden gezien, wordt meestal beschreven met de term ‘acute circo (virus infectie)’.
Verschijnselen
Ziekteverschijnselen worden over het algemeen gezien bij jonge papegaaiachtigen (onder de drie jaar leeftijd). De vogels die besmet zijn met snavel- en veerrotziekte kunnen een acute of chronische vorm van de ziekte tonen.
De acute vorm van de ziekte komt voornamelijk voor bij grijze roodstaarten onder leeftijd van 6 maanden. Doordat het virus de weerstand van de vogel aantast worden de vogels veel gevoeliger voor infecties met andere ziekteverwekkers (bacteriën en schimmels), waardoor een verscheidenheid aan problemen gezien kan worden, zoals sloomheid, verminderde eetlust, bolzitten, braken, diarree en benauwdheid.
Bij de meer chronische vorm worden de klassieke snavel- en veerafwijkingen gezien. De afwijkingen die gezien worden kunnen bestaan uit het uitvallen en afwezig blijven van nieuwe pennen, aanwezigheid van bloedpennen, of veren van een afwijkende vorm. Daarnaast kunnen ook afwijkingen aan de snavel gezien worden, waarbij de snavel een meer geribbeld uiterlijk krijgt, en ten slotte zelfs kan afbrokkelen of afbreken.
Diagnose
Voor het vaststellen van een infectie met snavel- en veerrotziekte wordt veelal gebruik gemaakt van een bloedtest waarbij de aanwezigheid van de ziektekiem wordt aangetoond. De betreffende test kan ook op een uitgetrokken veer worden uitgevoerd, maar levert minder betrouwbare resultaten op.
Behandeling
Helaas is op dit moment nog geen effectieve behandeling beschikbaar om het virus te bestrijden. Dit heeft als consequentie dat de vogels met klinische verschijnselen hooguit tijdelijk ondersteund kunnen worden met medicijnen om andere infecties te bestrijden, maar uiteindelijk vaak euthanasie als de enige oplossing rest.
Een uitzondering hierop zijn lories en lorie-achtigen, die vaak besmet zijn met een andere variant van het virus en de ziekte vaak wel overleven. In alle gevallen is het zeer belangrijk de besmette vogel gescheiden van andere vogels gehouden wordt, om kansen op overdracht van het virus te minimaliseren.
Preventie
Omdat de ziekte wordt overgedragen na contact met andere besmette vogels, is het belangrijk recentelijk gekochte vogels binnen enkele dagen na aankoop te testen op aanwezigheid van de ziekteverwekker.
Voor het laten testen van uw vogel op besmetting met het virus en eventuele behandeling of adviezen over preventieve maatregelen om de infectie te voorkomen kunt u terecht bij de afdeling Vogels en Bijzondere Dieren.