Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Kennisbank

Vermageren

Reptielen worden veelvuldig gehouden als hobbydier. Het komt regelmatig voor dat reptielen vermageren, bijvoorbeeld omdat ze stoppen met eten. Een aantal mogelijke oorzaken zijn:

  • dracht
  • winterrust
  • ziekte
  • ontoereikende huisvesting
  • ontoereikende voeding
  • ontoereikende verzorging

Iedere soort vraagt om een specifieke huisvesting en verzorging. Daarbij kunt u denken aan de dag- en nachttemperatuur, hoeveelheid en intensiteit van het licht, aanwezigheid van UVB-licht, dag- en nachtritme, luchtvochtigheid, bodembedekking en schuilgelegenheid. Het voer dient volledig te zijn en de juiste vitaminen en mineralensamenstelling te bevatten. Als deze zaken niet goed aansluiten op wat uw dier nodig heeft, zal het dier langzaam ziek worden en stoppen met eten.

Het is bij reptielen moeilijk te zien als zij vermageren, bovendien is het bij iedere diersoort anders.

  • slang: de rugwervels voelen scherp aan en de rug krijgt een beetje de vorm van een dak.
  • hagedis: de pootjes worden dunner en de staartbasis valt in door het wegvallen van spiermassa. Daarnaast kan de buik invallen en kunnen er verschillende botproblemen ontstaan, zoals spontane breuken of misvormingen van het skelet. 
  • schildpad: vermagering is vaak lastig vast te stellen, omdat zij grotendeels verstopt zitten onder hun schild. Er kunnen verschillende botproblemen ontstaan, zoals spontane breuken of misvormingen van het skelet. 
  • leguaan: de werkelijke voedingstoestand is te bepalen aan de staartbasis. Ze kunnen zichzelf opblazen waardoor ze juist dikker lijken.

Het is bij alle dieren belangrijk ze te wegen en het gewicht te controleren met dat van gezonde dieren van dezelfde soort, grootte en geslacht.

Diagnose

Het onderzoek bij (vermagerde) reptielen begint met een uitgebreide vragenlijst over de huisvesting, voeding en verzorging van het dier. Dit levert veel waardevolle informatie op. Daarna vindt een volledig klinisch onderzoek plaats. Het dier wordt van top tot teen onderzocht. Aansluitend wordt de ontlasting van het dier onder de microscoop bekeken. Indien noodzakelijk kan er bloedonderzoek gedaan worden of wordt er materiaal verzameld voor verder onderzoek. Als er iets afwijkends gevoeld of gezien is, kan er beeldvormend onderzoek gedaan worden, zoals een echo, een röntgenfoto of een CT-scan.

Behandeling

Wanneer de specialist met behulp van de onderzoeken de meest waarschijnlijke reden voor de vermagering heeft vastgesteld, wordt een behandelplan gemaakt en krijgt u een advies op maat mee.

U kunt met uw dier voor een behandeling terecht bij de afdeling Vogels en Bijzondere Dieren.