Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Kennisbank

Standsafwijkingen

Standsafwijkingen zijn afwijkingen in de beenstand(en). Deze ontstaan bij jonge, opgroeiende veulens en komen regelmatig voor.

Standsafwijkingen kunnen zowel ‘flexurale’ afwijkingen als ‘angulaire’ afwijkingen zijn. Flexurale afwijkingen kunt u waarnemen als u het veulen vanaf de zijkant bekijkt. Een voorbeeld van een flexurale standsafwijking is overstrekking van de weke kootgewrichten met opwippende toongedeeltes van de hoef.

Angulaire afwijkingen kunt u waarnemen door vanaf de voorkant (in geval van standsafwijkingen van de voorbenen) of vanaf de achterkant (in geval van standsafwijkingen van de achterbenen) naar het veulen te kijken. Normaal gesproken moet er een rechte verticale lijn te trekken zijn door hoef-kootpijp-voorknie/sprong-bovenbeen. Bij de angulaire afwijkingen is er een hoek aanwezig in het verloop van deze lijn.

De afwijkingen komen in verschillende structuren en op verschillende plaatsen in het been voor. In het merendeel van deze flexurale afwijkingen is er een probleem van de buigpezen. Bij de angulaire afwijkingen ligt het probleem in de groeischijf of in het aangrenzende gewricht en/of bot.

De mogelijke oorzaken van beide afwijkingen kunnen in twee groepen verdeeld worden. Oorzaken die aanwezig zijn in de laatste fase van de dracht en/of in de eerste fase na de geboorte, de perinatale oorzaken, en oorzaken die een tijdje na de geboorte ontstaan of zichtbaar worden, de verkregen oorzaken. Voorbeelden van perinatale factoren zijn vroeggeboorte, afwijkende ligging in de baarmoeder, ontsteking van de placenta en trauma rond de geboorte. Ook erfelijke oorzaken en tweelingdracht kunnen hier een rol bij spelen. Bij verkregen oorzaken kan gedacht worden aan factoren zoals een ongebalanceerde voeding, overbelasting, trauma of ziekteprocessen.

Diagnose

Afhankelijk van de stand van de benen kunnen de orthopeden van de Universiteitskliniek voor Paarden al een goede inschatting maken om welke standsafwijking het gaat. Om meer te kunnen zeggen over de precieze oorzaak en de prognose, kunnen ze met behulp van beeldvorming zoals röntgenfoto’s of een echo een beter beeld krijgen van het been. Op deze manier kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar de exacte locatie en de ernst van de afwijking, hoe de groeischijven en de buigpezen er uit zien en hoe de mate van verbening is. Deze onderzoeken zijn nodig om te bepalen welke mogelijkheden er zijn om de standsafwijking te corrigeren.

Behandeling

In de eerste levensmaanden groeit het veulen relatief snel, waardoor afwijkende beenstanden in die tijd nog (gedeeltelijk) gecorrigeerd kunnen worden. Het is daarom noodzakelijk om zo vroeg mogelijk te kijken wat de behandelopties zijn. Behandelmogelijkheden bestaan uit een aantal elementen en zijn afhankelijk van de onderliggende oorzaak. De belangrijkste onderdelen van de conservatieve behandeling zijn een aangepast bewegingsadvies en het corrigeren van de hoef door bekappen en/of het aanbrengen van orthopedisch beslag. Mocht dit te weinig effect hebben of er is sprake van een ernstige standsafwijking, dan kan chirurgische ingrijpen noodzakelijk zijn.

Preventie

De beenderen van te vroeg geboren veulens zijn nog erg week en daarom extra gevoelig voor het ontstaan van standsafwijkingen. Daarom is het bij veulens die te vroeg geboren zijn van belang om maatregelen te nemen om te voorkomen dat standsafwijkingen zich ontwikkelen. Deze dieren moeten boxrust krijgen, waarbij de benen soms ook gespalkt moeten worden, zodat de benen in de juiste positie gehouden worden en het verbenen van de botjes in de voorknieën en sprongen op de juiste wijze plaatsvindt. Zijn deze botjes eenmaal verbeend, dan is spalken niet meer nodig.

Voor de behandeling van standsafwijkingen kunt u terecht bij de afdeling Heelkunde – Orthopedie van de Universiteitskliniek voor Paarden.

De informatie over standsafwijkingen is ontleend aan het artikel ‘Standsafwijkingen bij veulens’ in PaardenSport, geschreven door dr. H. Brommer, Specialist Chirurgie Paard, drs. S.M. Cokelaere, Specialist Chirurgie Paard, G. Bronkhorst, orthopedisch hoefsmid en J. de Zwaan, orthopedisch hoefsmid, alle verbonden aan de Universiteitskliniek voor Paarden.