Huidaandoeningen door bacteriën
Diagnose
Het type huidaandoening bepalen we aan de hand van:
- een gesprek met de eigenaar
- een grondig lichamelijk onderzoek
- een aantal tests
Afhankelijk van de verzamelde informatie voeren we de onderstaande onderzoeken uit om tot een diagnose te komen.
Microscopisch onderzoek parasieten of schimmels
Huid en/of haren worden gecontroleerd op de aanwezigheid van parasieten of schimmels. Voor het microscopisch onderzoek worden er:
- huidschilfers met een scherpe lepel van de oppervlaktelaag afgekrabd (zonodig tot bloedens toe)
- haren met een pincet verzameld
Het verzamelde materiaal; huidschilfers of haren, wordt gemengd met een vloeistof die ervoor zorgt dat het aanwezige materiaal opheldert. Doordat het materiaal opheldert is het beter te beoordelen onder de microscoop.
Vervolgens wordt gekeken of er parasieten of schimmels aanwezig zijn. Bij een verdenking op schimmel wordt er meestal aansluitend een kweek aangevraagd. Een kweek is de meest betrouwbare methode om schimmel vast te stellen en te identificeren.
Schimmel- of bacteriekweek
Om te bepalen of en welk type schimmel of bacterie aanwezig is, sturen we huidmateriaal op naar het Veterinair Microbiologisch Diagnostisch Centrum (VMDC); een gespecialiseerd laboratorium binnen de faculteit Diergeneeskunde. In het laboratorium laat men het materiaal op een speciaal medium groeien: de zogenaamde kweek.
Allergietesten
Om te testen of er sprake is van atopie; een allergie tegen omgevingsfactoren zoals huisstof of pollen, zijn er twee soorten onderzoek nodig:
- bloedonderzoek; om te zien of een specifieke stof (IgE) aanwezig is in het bloed
- een priktest; hierbij worden verschillende mogelijke veroorzakers van de allergische reacties in de huid geprikt. Dit gebeurt onder een lichte verdoving zodat uw dier er geen last van heeft. Na 20 minuten wordt gecontroleerd of er een allergische reactie is opgewekt door één of meerdere van de stoffen. We herkennen zo’n reactie aan zwelling en roodheid in de huid.
Dieettesten (voedselallergie)
Om een voedselallergie vast te stellen schrijven we een uitsluitingsdieet (of ‘eliminatiedieet’) voor. Daarmee kan bepaald worden welk voer of welke voedingsstof de allergische reactie veroorzaakt. Voor een betrouwbare uitkomst is het erg belangrijk dat het dieet, gedurende minimaal zes weken, strikt wordt nageleefd.
Cel- of weefselonderzoek
Om tot een betrouwbare diagnose te komen, is soms cel- of weefselonderzoek nodig.
- Bij celonderzoek wordt, meestal na een punctie, een uitstrijkje, van het te onderzoeken materiaal, gemaakt. Er wordt gekeken naar het type cellen en naar de aanwezigheid van bijvoorbeeld bacteriën of gisten.
- Bij het weefselonderzoek worden onder verdoving kleine stukjes weefsel, de zogenaamde biopten, uit de huid geboord. Deze wondjes worden gehecht en genezen zonder verdere problemen. De stukjes weefsel worden vervolgens voor verder onderzoek opgestuurd naar het Veterinair Pathologisch Diagnostisch Centrum (VPDC) van de faculteit Diergeneeskunde. Dit onderzoek is onder andere nodig bij een verdenking op auto-immuunziekten of tumoren van de huid. Als er sprake is van een huidtumor verwijzen we de patiënt voor de behandeling door naar de afdeling Oncologie.
Bloedonderzoek en/of urineonderzoek
In sommige gevallen is het nodig om bloed- en/of urineonderzoek te verrichten. Dit doen we om de juiste diagnose te kunnen stellen en/of om vast te stellen of er meer aan de hand is dan alleen het huidprobleem. In dat geval is er soms verwijzing nodig naar de polilikliniek Algemene Interne Geneeskunde.
Behandeling
Als bekend is, met welke bacterie we te maken hebben, weten we welke medicatie moet worden toegediend. De bacteriën worden bestreden met antibacteriële shampoo’s, zonodig aangevuld met antibioticatabletten.
Voor de behandeling van infecties met bacteriën kunt u terecht bij de afdeling Dermatologie van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren.
Bacteriële huidinfecties zijn meestal goed te genezen. Daarvoor gebruiken we antibacteriële shampoo’s. Als het probleem ernstig is, combineren we dit met een antibioticumkuur. Meestal wordt in zulke gevallen een behandeling van minimaal drie weken voorgeschreven. Naast een dergelijke behandeling is het belangrijk dat we zo goed mogelijk proberen te achterhalen wat de ontsteking op gang heeft gebracht. Als deze oorzaak (zie ook boven) gemist wordt bestaat de kans dat de infectie niet overgaat of elke keer terugkomt.
Primaire oorzaak
Bacteriële huidaandoeningen ontstaan vaak doordat er op het huidoppervlak een verstorende factor aanwezig is. Een primaire oorzaak is bijvoorbeeld een parasiet. Bij de behandeling is het van groot belang om deze primaire oorzaak ook aan te pakken.
Risico’s en nazorg
Aan een behandeling tegen huidaandoeningen door bacteriën zijn over het algemeen geen grote risico’s verbonden. Alle voor te schrijven middelen zijn voor dit doel officieel goedgekeurd en geregistreerd. De risico’s van de behandeling zijn minimaal en er is geen speciale nazorg nodig.
Bacteriële huidinfectie
Op het huidopervlak komen vele soorten bacteriën voor. De meeste veroorzaken geen problemen. Onder bepaalde omstandigheden kunnen sommige soorten de overhand krijgen. Deze bacteriën infecteren vervolgens in grote aantallen de huid en veroorzaken ontstekingen.
Verschijnselen
Verschijnselen van huidaandoeningen door bacteriën zijn:
- papels; rode pukkels;
- pustels; pushoudende blaasjes;
- kale plekken;
- pus en ontstekingsvocht.
Oorzaken
Een bacteriële huidinfectie is meestal een gevolg van iets anders. Bijvoorbeeld een parasiet of een allergische reactie. Hierdoor is de normale weerstand van de huid aangetast en krijgt de infectie een kans. Meestal worden deze soort huidaandoeningen veroorzaakt door de bacterie Staphylococcus pseudintermedius.