Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Kennisbank

Fertiliteitbegeleiding bij merries

Fertiliteitbegeleiding betekent: de diensten die wij leveren om uw merrie drachtig te laten worden en de dracht goed te laten verlopen. Fertiliteitbegeleiding hoeft niet alleen plaats te vinden bij ‘probleemmerries’; inseminatie van een ‘gewone’ merrie valt ook onder fertiliteitbegeleiding.

Ons team biedt u de volgende mogelijkheden met betrekking tot de fertiliteitbegeleiding van uw fokmerrie:

  • inseminatie met vers, gekoeld of diepvriessperma. De inseminatie met diepvriessperma kan worden uitgevoerd op de conventionele wijze of diep in de baarmoeder met gebruik van minder rietjes per inseminatie (‘low dose’)
  • begeleiding van merries die niet gemakkelijk drachtig worden (‘probleemmerries’)

 
Merries die moeilijk drachtig worden kunnen in de Universiteitskliniek voor Paarden nader onderzocht worden. Indien nodig biedt onze kliniek uitgebreide mogelijkheden voor diepgaand onderzoek, zoals:

  • slijmmonsteronderzoek: aan de hand van een slijmmonster uit de baarmoeder kan vastgesteld worden of de baarmoeder vrij is van bacteriën, gisten en schimmels. Als dat niet zo is, kan een specifieke behandeling voorgesteld worden.
  • baarmoederbiopten: bij een baarmoederbiopsie wordt een stukje weefsel uit de baarmoederwand weggehaald voor weefselonderzoek. Een patholoog verbonden aan de Universiteitskliniek voor Paarden beoordeelt het weefsel op eventuele afwijkingen. Samen met de specialist kan dan een prognose (kans op een levend veulen) worden gesteld.
  • endoscopie: met behulp van een camera wordt de binnenkant van de baarmoeder in beeld gebracht. Daarbij wordt vooral gelet op de aanwezigheid van beschadigingen of afwijkingen. Sommige afwijkingen, zoals cysten, kunnen eventueel gelijk verwijderd worden.
  • echografie en doppler-echografie: met behulp van echografie kan het stadium van de cyclus in beeld gebracht worden en kan het optimale inseminatiemoment bepaald worden. Ook kunnen afwijkingen van de ovaria (eierstokken), baarmoederwand of baarmoederinhoud gezien worden.

 
Natuurlijk is iedere merrie een individueel geval. Op basis van de voorgeschiedenis zal in overleg met u bepaald worden welke onderzoeken nodig zijn.

Nazorg

De afdeling Voortplanting van de Universiteitskliniek voor Paarden levert op verschillende niveaus diensten aan u en uw hoogdrachtige merrie:

  • advies, bijvoorbeeld over voeding en beweging
  • extra controle van de dracht, bijvoorbeeld met echografie en dopplerechographie: transrectaal (door rectum) en transcutaan (door buik). Dopplerechografie biedt de mogelijkheid om in een vroeg stadium van de dracht een betrouwbaar beeld te krijgen van het functioneren van het hart, de levensvatbaarheid van embryo of foetus en de activiteit van het gele lichaam.
  • bepaling van het geslacht van het embryo: dit is mogelijk op twee momenten tijdens de dracht: tussen 60 en 70 dagen en tussen 110 en 140 dagen dracht.
  • behandeling en monitoring van problemen tijdens de dracht, bijvoorbeeld een slag in de baarmoeder (gedraaide baarmoeder), tweelingdracht, ruptuur van de buikspieren, ontsteking van de placenta.
  • begeleiding tijdens het eindstadium van de dracht en intensieve 24-uursmonitoring van de merrie. Met behulp van melkanalyse kunnen we het tijdstip van de geboorte nauwkeurig vaststellen. Na de geboorte wordt de biest van de merrie gecontroleerd en als deze onvoldoende antistoffen (IgG) bevat, wordt aan het veulen een goede kwaliteit colostrum bijgevoerd of antistof bevattende paarden serum (hyperimmune serum) via infuus toegediend. Bovendien wordt 24 uur na de geboorte het bloed van het veulen gecontroleerd op antistoffen. De baarmoeder van de merrie wordt ook 24 uur na de geboorte gecontroleerd.

 
De kosten van deze diensten zijn afhankelijk van de duur en het aantal controles. Voor meer informatie over een plan voor uw merrie kunt u contact opnemen met de afdeling Voortplanting.

Onderzoek 

Binnen de Universiteitskliniek voor Paarden wordt veel onderzoek uitgevoerd. Momenteel kijken wij vooral naar:

  • drachtherkenning en vroeg-embryonale sterfte
  • het innestelingproces en epigenetica (hoe omstandigheden tijdens de dracht de erfelijke eigenschappen van de foetus en eventueel het veulen kunnen beïnvloeden)
  • het effect van leeftijd van de merrie op eicel- en embryokwaliteit
  • klinisch gericht onderzoek: therapieën bij merries met vruchtbaarheidsproblemen en/of een geschiedenis van herhaalde embryonale sterfte

 
Mogelijk kunnen wij u, wanneer u de kliniek bezoekt, vragen om deel te nemen aan dit onderzoek met uw merrie. Mocht u meer informatie willen hebben over het uitgevoerde onderzoek dan kunt u contact opnemen met de Universiteitskliniek voor Paarden.