Maanblindheid
Maanblindheid (of uveitis) is een oogaandoening bij paarden en ontstaat vaak door het eigen afweersysteem. Symptomen van maanblindheid zijn onder andere knijpen, tranen en een blauwe waas op het oog. Omdat het belangrijk is dat het oog behouden blijft, is een grondig oogonderzoek noodzakelijk. Op de korte termijn omvat de behandeling medicatie en pijnstillers. Op de langere termijn zijn er diverse chirurgische opties, waarbij de kans van slagen varieert en elke optie heeft zijn voor- en nadelen. Als laatste hangt de keuze voor een behandeling af van de ernst van de aandoening en individuele factoren. Na elke ingreep is zorgvuldige monitoring nodig.
Maanblindheid tast een groot deel van de anatomische structuren van het oog aan, met name van een laag die men de uvea noemt, bestaande uit de iris, het ciliaire lichaam en het vaatvlies (choroïd).
Oorzaken van maanblindheid
Het eigen afweersysteem veroorzaakt zeer waarschijnlijk deze aandoening, maar er zijn ook theorieën over de rol van bacteriën (leptospiren). Daarnaast speelt bij sommige paarden erfelijkheid een rol of er kan sprake zijn geweest van trauma aan het oog. Maanblindheid kan aan één of aan beide ogen voorkomen.
Verschijnselen
Kenmerkend beeld
- Knijpen van het oog
- Tranen
- Blauwe waas op het oog
Bij Appaloosa’s kan de aandoening soms sluimerend verlopen zonder zichtbare pijn, waardoor alertheid bij dit ras cruciaal is.
Diagnose: maanblindheid
Als uw dierenarts maanblindheid bij uw paard vermoed, verrichten we een uitgebreid oogonderzoek en soms een echografisch onderzoek.
Behandelen op korte termijn
De behandeling op korte termijn bestaat uit hoog frequent oogdruppelen (met atropine en dexamethason). Ook geven we uw paard pijnstilling. Als er sprake is van veel ontstekingsmateriaal in de voorste oogkamer, dan adviseren we in sommige gevallen om het oog (de voorste oogkamer) te injecteren om het ontstekingsmateriaal op te lossen (met tissue plasminogen activator).
Behandeling op lange termijn
Voor de langere termijn zijn er diverse chirurgische ingrepen mogelijk. Na elke ingreep is zorgvuldige monitoring nodig. De keuze voor een ingreep hangt af van de ernst van de aandoening en individuele factoren.
Plaatsen van een implantaat (suprachoroïdaal ciclosporine implantaat)
Bij deze ingreep plaatsen we onder algehele narcose een implantaat onder het oogwit (sclera) en op het vaatvlies (choroid). Daarna geeft het implantaat 45 dagen na de ingreep, gedurende ongeveer 2 jaar, langzaam een afweerremmer af (ciclosporine).
De ingreep vereist een rustig oog zonder actieve aanval. Daarom krijgen paarden, als dat nodig is, oogmedicatie voorafgaand aan de ingreep (dexamethason oogdruppels). Na de ingreep is het advies om enkele dagen antibioticazalf toe te dienen en alert te blijven op tekenen van een nieuwe maanblindheidsaanval. Voordat het paard weer naar huis mag, is er nog een controle in de kliniek. Afhankelijk van de uitkomst van de controle en of thuis oogmedicatie toedienen mogelijk is, kan het paard 1 tot 2 dagen na de ingreep weer naar huis.
Het slagingspercentage van de ingreep is 80%, waarvan 50% van de paarden geen aanvallen meer heeft. Daarnaast heeft ongeveer 30% milde aanvallen, en deze zijn vaak snel onder controle te krijgen met medicatie (druppelschema). De overige 20% vertoont geen verbetering en houdt aanvallen.
Injecteren in het glasvocht (gentamicine injectie intravitreaal)
Deze ingreep is voor paarden die, ondanks eerdere medicatie of ingrepen, aanvallen van maanblindheid blijven houden. Dan grijpen we in op het ontstekingsproces met een injectie van een medicijn (gentamicine) in het glasvocht (vitreum), dit is een techniek afkomstig uit de humane geneeskunde. Deze ingreep is met sedatie en een lokale verdoving aan het oog. Bij 10% van de paarden verslechtert helaas het zicht na de ingreep.
Verwijderen van het glasvocht (vitrectomie)
Bij deze ingreep wordt onder algehele narcose het glasvocht verwijderd en daarna vervangen door nieuw glasvocht.
Op dit moment wordt deze ingreep niet uitgevoerd in onze kliniek. Daarom verwijzen we patiënten die in aanmerking komen voor deze ingreep, door naar andere klinieken. Belangrijk om te weten is dat er randvoorwaarden zitten aan het in aanmerking komen voor een dergelijke ingreep.
Verwijderen van het oog (enucleatio)
Wanneer paarden langdurig of vaak heftige aanvallen hebben van maanblindheid kan dit leiden tot blindheid. Dan is verwijderen van het oog het advies.
Zonder implantaat in de oogkas
Wanneer de keuze is om geen implantaat te plaatsen in de oogkas, dan vindt de ingreep staand plaats en met een lokale verdoving. De oogbol wordt verwijderd en de huid gesloten. Na enkele dagen tot weken laat de oogkas een deuk zien.
Met implantaat in de oogkas
Bij deze ingreep plaatsen we een siliconen bol onder de huid. Hierbij is het advies om dit onder algehele narcose te doen. Helaas is er een iets groter risico op infectie dan zonder implantaat. Ook kan het een cosmetisch ongewenst eindresultaat opleveren.
Aanvullende informatie
De Universiteitskliniek voor Paarden (UKP) is één van de specialistische klinieken van het Universitair Dierenziekenhuis en levert diergeneeskundige zorg op topniveau.
Indien nodig krijgen paarden dag en nacht oogmedicatie. Als het druppelen te pijnlijk is, dan kunnen we eventueel oogmedicatie toedienen via een oogspoelsysteem. Daarnaast kunnen we gebruikmaken van oogkappen (Equivizers) om de ogen te beschermen.
Wit u een afspraak maken? Neem dan contact met ons op.