Onbewust urineverlies (passieve incontinentie)
Wanneer een dier druppeltjes urine verliest, bijvoorbeeld bij hoesten, blaffen, slapen of zelfs de hele dag door, spreken we van passieve incontinentie. Soms is het urineverlies zelfs zichtbaar en kan een natte plek in de mand of op een dekentje gevonden worden. Hoeveel urine het dier verliest kan per dag verschillen.
Er zijn vier mogelijke oorzaken van onbewust urineverlies:
1. De blaas of urinewegen sluiten slecht op elkaar aan. Dit is vaak aangeboren.
2. De blaas wordt ergens door geprikkeld. Bijvoorbeeld door: een tumor, blaassteen of ontsteking.
3. De sluitspier van de blaas werkt niet goed. Dit kan aangeboren zijn maar kan ook later ontstaan. Bijvoorbeeld na castratie of sterilisatie.
4. De blaas is verlamd. Dit kan gebeuren door een aanrijding of wanneer de blaas een tijdje overvol is geweest.
Verschillende behandelingen
Er zijn verschillende behandelingen voor onbewust urineverlies. Welke behandeling gekozen wordt hangt af van de oorzaak. Soms is behandeling niet mogelijk zoals bij sommige kwaadaardige tumoren. Dan wordt vaak gekozen voor ondersteunende behandeling.
U kunt voor behandeling van onbewust urineverlies terecht bij de polikliniek Urologie van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren. Dit geldt alleen voor honden en katten. Met overige diersoorten kunt u terecht bij de afdeling Vogels en Bijzondere Dieren.
De belangrijkste behandelingen van incontinentie zijn:
- behandeling met medicijnen
- behandeling via een kijkoperatie
- behandeling via een operatie
Behandeling met medicijnen
Bij behandeling met medicijnen krijgt u, na vaststelling van het probleem, een kuur voor uw huisdier mee naar huis.
Aandoeningen die met medicijnen behandeld kunnen worden zijn bijvoorbeeld blaasontsteking, blaasverlamming en een slecht werkende sluitspier van de blaas.
Behandeling via een operatie
Bij een slecht werkende sluitspier soms, als medicijnen niet effectief zijn, via een operatie de urinebuis worden vernauwd. Dit gebeurt door om de plasbuis een ringvormige ballon te plaatsen. Dit implantaat heet een artificiële urethrale sphincter (AUS). De sluitspier hoeft dan minder hard te werken om de urinebuis af te sluiten, waarmee in veel gevallen het urineverlies kan worden verminderd. De druk op de plasbuis kan via het aanprikken van een toegangspoortje onder de huid worden aangepast. Bij de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren kunnen we op basis van onze ervaring meestal snel beoordelen of uw hond of kat voor deze operatie in aanmerking komt.
Blaasstenen, verkeerd aangelegde urineleiders (ectopische ureteren) en goedaardige tumoren kunnen behandeld worden met een operatie. Bij deze operatie wordt de oorzaak (steen, tumor) verwijderd voor zo ver dat mogelijk is. De Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren heeft ook veel ervaring met het goed aansluiten van verkeerd aangelegde urineleiders (ectopische ureteren) via een blaasoperatie. Ectopische ureteren kunnen bij soms bij teven ook via een kijkoperatie behandeld worden.
Hoewel tijdens een operatie de oorzaak van het urine verlies zo goed mogelijk wordt aangepakt, blijft controle soms nodig. Tumoren kunnen bijvoorbeeld terug groeien en blaasstenen kunnen opnieuw ontstaan. Voor dieren met blaasstenen kan een aangepast dieet nodig zijn. Honden met een slecht werkende sluitspier worden helaas soms na enige tijd weer incontinent, omdat de sluitspier zelf niet genezen kan worden. Er wordt dan zo goed mogelijk met u overlegd wat de beste behandeling is.
Erfelijkheidsonderzoek
Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar erfelijke oorzaken van verkeerd aangelegde urineleiders. U kunt contact opnemen met de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren voor meer informatie.