Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Klinieken en centra

Gastro-enterologie

Onze dierenartsen/specialisten onderzoeken en behandelen onder andere aandoeningen van het maag-darmstelsel. De oorzaken hiervan zijn uiteenlopend; van ontsteking, infectie, allergie, afsluiting, verminderde/verkeerde darmbewegingen (motiliteitsproblemen) tot tumoren.

Waarvoor kunt u met uw huisdier bij ons terecht?

Redenen voor een bezoek aan deze polikliniek kunnen zijn:

  • chronische diarree
  • chronisch overgeven
  • regurgiteren (plotseling en zonder inleiding overgeven)
  • slechte eetlust of juist heel veel eetlust (en toch vermageren)
  • vermageren
  • buikpijn
  • vreemde voorwerpen die zijn ingeslikt
  • niet kunnen eten
  • toegenomen buikomvang
  • veel gasvorming in de buik
  • moeilijk of pijnlijk ontlasten

Lees meer over veelvoorkomende aandoeningen van het maagdarmstelsel, onze onderzoeken en behandelwijzen.

Algemene informatie over het maken van afspraken, de voorbereiding van uw bezoek, de gang van zaken bij een consult etc. vindt u op de pagina Afspraak en contact

Onderstaande informatie heeft u specifiek nodig bij een bezoek aan de afdeling Gastro-enterologie.

Nuchter

Voor een onderzoek of operatie moet uw dier nuchter zijn. Dit houdt in:

  • Dieren van 4 maanden en ouder mogen, op de avond vóór uw afspraak, tot 22:00 uur eten. Tenzij u andere instructies hebt ontvangen van ons. Na 22.00 uur mogen ze alleen nog water drinken.
  • Pups en kittens jonger dan 4 maanden mogen, op de avond vóór uw afspraak, vanaf 22:00 uur alleen nog lichte vloeibare maaltijden hebben. Tenzij u van ons andere instructies hebt ontvangen. Dit kan een drankje of papje zijn, dus geen brokjes, vlees of ander puppy- of kittenvoer. U mag deze lichte vloeibare maaltijden aanbieden tot vier uur voor de afspraak. Daarna mogen pups en kittens alleen nog water drinken.

Uitzonderingen op deze regel zijn:

  • Honden met het syndroom van Cushing die behandeld worden met Vetoryl® (trilostane) en die komen voor een controle van dit medicijn. Dit medicijn moet namelijk met het eten gegeven worden. Honden met het syndroom van Cushing die niet voor een Vetoryl-controle komen, moeten nuchter zijn.
  • Patiënten met suikerziekte die met insuline worden behandeld. Als patiënten met suikerziekte wel nuchter moeten komen dan mag er ’s ochtends geen insuline worden toegediend.

Ontlasting

Wij verzoeken u tevens een kleine hoeveelheid ontlasting van uw dier mee te nemen. Het gaat om kleine hoeveelheden van 3 opeenvolgende dagen voorafgaand aan uw bezoek (telkens ca. 1 eetlepel). Het laatste monster moet opgevangen zijn op de ochtend van uw bezoek. U kunt de ontlasting bewaren in de koelkast.

Aanvullend onderzoek

Tijdens het consult kan blijken dat er aanvullend onderzoek of een kleine behandeling moet plaatsvinden. Dat kan nodig zijn voor het stellen van een goede diagnose of het voorschrijven van de definitieve behandeling. Voorbeelden van dit aanvullend onderzoek zijn:

  • bloedonderzoek
  • ontlastingsonderzoek (vaak van meerdere dagen)
  • urine-onderzoek
  • echografie van de buik
  • röntgenfotografie van de buik of borstholte
  • slikfilm voor het controleren van het voedseltransport naar de maag met behulp van contrastvloeistof en röntgenapparatuur
  • endoscopie: het van binnenuit bekijken van de keelholte, slokdarm, maag, dunne en/of dikke darm, met behulp van een flexibele slang met camera. Daarbij worden ook biopten genomen. Dit betekent het wegnemen van een klein stukje weefsel voor verder onderzoek. In sommige gevallen kan endoscopie ook gebruikt worden om ingeslikte vreemde voorwerpen uit slokdarm of maag te verwijderen.

In alle gevallen geldt dat wij eerst met u overleggen.

Endoscopie

De meeste onderzoeken vinden plaats tijdens de polikliniek. Voor een endoscopie is het soms nodig om een nieuwe afspraak te maken, omdat de patiënt hiervoor volgens een vast protocol moet worden voorbereid. Als een poli-onderzoek met een endoscopie gecombineerd moet worden, kan uw dierenarts contact met ons opnemen, zodat we alles in één dag kunnen regelen. Endoscopie vindt plaats onder narcose. Narcose wordt toegediend door de gespecialiseerde collega’s van de afdeling Anesthesiologie.

Opname

Wanneer er meerdere onderzoeken uitgevoerd moeten worden, kan het handig zijn het dier op te laten nemen. U hoeft dan niet steeds heen en weer te reizen.

Buikoperatie

Soms moet niet tot endoscopie, maar tot een buikoperatie besloten worden. Zo’n operatie wordt uitgevoerd om kleine stukjes weefsel (biopten) uit het maag-darmkanaal te kunnen halen waar de endoscoop niet bij kan. Onze pathologen kunnen dit weefsel dan verder onderzoeken. Ook in het geval van operaties wordt een nieuwe afspraak gemaakt.

Sonde

Bij patiënten met een slechte eetlust plaatsen wij in een aantal gevallen een sonde (een klein slangetje). Zo’n sonde loopt via de neus naar de slokdarm of, via een kleine operatie, direct in de slokdarm. Bij sommige patiënten is een maagsonde raadzamer. Dankzij de sonde kunt u gemakkelijk vloeibaar voedsel en/of medicijnen toedienen. Dit is vooral bij katten gebruikelijk. Voor uw huisdier is het veel prettiger dan het vaak zeer moeizame ingeven via de mond.

Als u al eens met uw dier in het dierenziekenhuis bent geweest en het gaat plotseling niet goed met uw dier, is er sprake van een spoedgeval.

Neemt u bij een spoedgeval altijd eerst contact op met uw eigen dierenarts. Lees meer over wat u kunt doen bij spoedgevallen.

Als uw dier eerder is behandeld bij de polikliniek Gastro-Enterologie, dan kunt u voor overleg gebruik maken van een terugbelverzoek. Neem daarvoor tijdens kantooruren contact op via 030 – 253 9411.