Logo Universiteit Utrecht

Universitair Dierenziekenhuis

Klinieken en centra

Nefrologie

Onze dierenartsen/specialisten onderzoeken en behandelen onder andere honden en katten met afwijkende nierfuncties. De oorzaken van die afwijkingen kunnen uiteenlopen: van nieraandoeningen tot ziekten van andere organen.

Waarvoor kunt u met uw huisdier bij ons terecht?

Redenen voor een bezoek aan deze polikliniek kunnen zijn:

  • een minder goed uithoudingsvermogen
  • iets rustiger gedrag dan normaal
  • meer drinken
  • meer plassen
  • minder eetlust
  • braken
  • spierzwakte
  • gewichtsverlies

Deze symptomen zijn echter niet specifiek voor nierproblemen; ze kunnen ook optreden bij andere aandoeningen. In een vroeg stadium van een nieraandoening zijn de symptomen bovendien niet altijd even duidelijk. Uw eigen dierenarts kan beoordelen of bepaalde problemen samenhangen met de nierfunctie en naar ons verwijzen.

Behalve bovengenoemde verschijnselen kunnen ook bijzonderheden in de (familie-)ziektegeschiedenis van uw huisdier en/of afwijkende laboratoriumuitslagen een reden zijn voor een bezoek aan de polikliniek Nefrologie.

Lees meer over: veelvoorkomende afwijkende nierfuncties, onze onderzoeken en behandelwijzen.

Algemene informatie over het maken van afspraken, de voorbereiding van uw bezoek, de gang van zaken bij een consult etc. vindt u op de pagina Afspraak en contact

Onderstaande informatie heeft u specifiek nodig bij een bezoek aan de polikliniek Nefrologie.

Nuchter

Voor een onderzoek of operatie moet uw dier nuchter zijn. Dit houdt in:

  • Dieren van 4 maanden en ouder mogen, op de avond vóór uw afspraak, tot 22:00 uur eten. Tenzij u andere instructies hebt ontvangen van ons. Na 22.00 uur mogen ze alleen nog water drinken.
  • Pups en kittens jonger dan 4 maanden mogen, op de avond vóór uw afspraak, vanaf 22:00 uur alleen nog lichte vloeibare maaltijden hebben. Tenzij u van ons andere instructies hebt ontvangen. Dit kan een drankje of papje zijn, dus geen brokjes, vlees of ander puppy- of kittenvoer. U mag deze lichte vloeibare maaltijden aanbieden tot vier uur voor de afspraak. Daarna mogen pups en kittens alleen nog water drinken.

Uitzonderingen op deze regel zijn:

  • Honden met het syndroom van Cushing die behandeld worden met Vetoryl® (trilostane) en die komen voor een controle van dit medicijn. Dit medicijn moet namelijk met het eten gegeven worden. Honden met het syndroom van Cushing die niet voor een Vetoryl-controle komen, moeten nuchter zijn.
  • Patiënten met suikerziekte die met insuline worden behandeld. Als patiënten met suikerziekte wel nuchter moeten komen dan mag er ’s ochtends geen insuline worden toegediend.

Urine

Wij verzoeken u tevens urine van uw dier mee te nemen (ca. 1 borrelglas, bij voorkeur verkregen tijdens de eerste wandeling van de ochtend van het poliklinisch bezoek, opgevangen net na het eerste beetje, dus ’halverwege’ de plas). Aanwijzingen voor het opvangen van urine vindt u in onze instructiefilm. Ook is het handig om de eventueel al bekende laboratoriumuitslagen mee te nemen.

Aanvullend onderzoek

Tijdens het consult kan blijken dat er aanvullend onderzoek of een kleine behandeling moet plaatsvinden. Dat kan nodig zijn voor het stellen van een goede diagnose of het voorschrijven van de definitieve behandeling. Naast een lichamelijk onderzoek kan bloed- maar vooral urineonderzoek gebruikt worden om een goed beeld te krijgen van de werking van de nieren. Afwijkingen in de ligging, grootte, bouw en inhoud van één of beide nieren komen meestal het beste in beeld met behulp van een echo en soms met een röntgenfoto.
Of en wanneer deze onderzoeken worden uitgevoerd hangt van meerdere factoren af, maar kan gewenst zijn in een van de volgende situaties:

  • bij passende symptomen
  • bij verhoogd risico zoals gebruik van bepaalde medicijnen
  • voorafgaand aan narcose
  • afwijkingen bij verwante dieren binnen ras, nestgenoten, omgeving
  • soms ook als routinematige controle bij oudere dieren

In alle gevallen geldt dat wij eerst met u overleggen.

Behandeling

Afhankelijk van het precieze nierprobleem kunnen we uw huisdier op verschillende manieren behandelen. Bijvoorbeeld door het verbeteren van de vochtbalans, het aanpassen van het dieet of met medicatie.

Soms is het nodig om een patiënt op te nemen. In andere gevallen is een tweede bezoek nodig. In dat geval moet u een nieuwe afspraak maken. Voorbeelden van onderzoeken die dan worden uitgevoerd zijn:

  • aanvullende beeldvorming (bij de afdeling Diagnostische Beeldvorming)
  • nierfunctietest
  • weefselonderzoek

Soms blijkt dat er een operatie nodig is. Ook in dat geval wordt een nieuwe afspraak gemaakt.

Erfelijke afwijkingen

In geval van afwijkingen die mogelijk een erfelijke basis hebben kan stamboomonderzoek worden overwogen. Vaak zijn dan ook gegevens van aanverwante dieren nodig (voorouders, nestgenoten en/of nakomelingen). Stamboomonderzoek wordt bij voorkeur uitgevoerd in samenwerking met de rasvereniging.

Spoed

Bij een aantal nierfunctiestoornissen kan een spoedconsult en soms ook opname nodig zijn. Ook als u al eens met uw dier in het dierenziekenhuis bent geweest en het gaat plotseling niet goed met uw dier, is er sprake van een spoedgeval.

Neemt u bij een spoedgeval altijd eerst contact op met uw eigen dierenarts. Lees meer over wat u kunt doen bij spoedgevallen.

Als uw dier eerder is behandeld bij de afdeling Nefrologie, kunt u voor overleg met de behandelend dierenarts/specialist gebruik maken van een terugbelverzoek. Neem daarvoor tijdens kantooruren contact op via 030 – 253 9411.